Sterker worden na jarenlange mishandeling
“Ik had nooit de kans om mezelf te ontdekken”
“Van jongs af aan hoorde ik niets anders dan dat ik niets kon, alles fout deed en lui was. Ik mocht nooit mijn mening zeggen en alles wat ik zei was fout. Mijn ouders wisten beter dan ik wat ik wilde en dacht. Constant lachten en scholden ze me uit en maakten ze me belachelijk. Meer dan eens werd ik geslagen. Dat was ook mijn schuld.
Beetje bij beetje leerde ik mezelf kennen
Vanaf mijn 18e moest ik op mezelf wonen, maar ik hield nauw contact met mijn familie. Er veranderde niets. Bij mijn familie werd ik boos omdat ze nooit positief over me waren. Dus om positief te zijn moest ik het contact verbreken. Dat ging niet meteen, maar ik onderhield steeds minder contact. Eventjes bij hen voelde ik me depressief en voelde ik niet de kracht om iets van het leven te maken. Beetje bij beetje leerde ik mezelf kennen. Ik besefte dat dit niets te maken heeft met wat mijn familie over me zei. Ik kon eigenlijk nooit mezelf zijn en heb nooit een eigen mening kunnen vormen. Ik had nooit de kans om mezelf te ontdekken.
Herkenning
Toen ik 30 jaar was ging ik in de zorg werken. Ik zag cliënten die vaak mishandeld waren. Ik herkende mijn verhaal in verhalen van velen. Tien jaar later brak ik met mijn familie. Ik had een vrouw ontmoet die in mij zag wat niemand anders in me zag. Ik koos voor mezelf omdat ik niet langer alleen was. Langzamerhand was ik sterker geworden.
Jarenlang had ik moeite met mijn houding. Alles viel op zijn plaats toen ik besefte hoe dit kwam. Ik zag dat mijn vader altijd alcohol dronk wat voor hem makkelijk maakte om anderen tekort te doen zonder dat in te zien. Mijn moeder vond alles prima wat hij zei, daardoor stond ik alleen in angst.
Meerwaarde
Inmiddels werk ik vijftien jaar in een opvang. Ik hoop met mijn manier van werken een meerwaarde te bieden en dat er af en toe een kwartje bij iemand valt. Het is belangrijk dat men kindermishandeling serieus neemt. Slachtoffers krijgen een kans om uit die rol te stappen als mensen erkennen wat hen is aangedaan.”

“Van jongs af aan hoorde ik niets anders dan dat ik niets kon, alles fout deed en lui was. Ik mocht nooit mijn mening zeggen en alles wat ik zei was fout. Mijn ouders wisten beter dan ik wat ik wilde en dacht. Constant lachten en scholden ze me uit en maakten ze me belachelijk. Meer dan eens werd ik geslagen. Dat was ook mijn schuld.
Beetje bij beetje leerde ik mezelf kennen
Vanaf mijn 18e moest ik op mezelf wonen, maar ik hield nauw contact met mijn familie. Er veranderde niets. Bij mijn familie werd ik boos omdat ze nooit positief over me waren. Dus om positief te zijn moest ik het contact verbreken. Dat ging niet meteen, maar ik onderhield steeds minder contact. Eventjes bij hen voelde ik me depressief en voelde ik niet de kracht om iets van het leven te maken. Beetje bij beetje leerde ik mezelf kennen. Ik besefte dat dit niets te maken heeft met wat mijn familie over me zei. Ik kon eigenlijk nooit mezelf zijn en heb nooit een eigen mening kunnen vormen. Ik had nooit de kans om mezelf te ontdekken.
Herkenning
Toen ik 30 jaar was ging ik in de zorg werken. Ik zag cliënten die vaak mishandeld waren. Ik herkende mijn verhaal in verhalen van velen. Tien jaar later brak ik met mijn familie. Ik had een vrouw ontmoet die in mij zag wat niemand anders in me zag. Ik koos voor mezelf omdat ik niet langer alleen was. Langzamerhand was ik sterker geworden.
Jarenlang had ik moeite met mijn houding. Alles viel op zijn plaats toen ik besefte hoe dit kwam. Ik zag dat mijn vader altijd alcohol dronk wat voor hem makkelijk maakte om anderen tekort te doen zonder dat in te zien. Mijn moeder vond alles prima wat hij zei, daardoor stond ik alleen in angst.
Meerwaarde
Inmiddels werk ik vijftien jaar in een opvang. Ik hoop met mijn manier van werken een meerwaarde te bieden en dat er af en toe een kwartje bij iemand valt. Het is belangrijk dat men kindermishandeling serieus neemt. Slachtoffers krijgen een kans om uit die rol te stappen als mensen erkennen wat hen is aangedaan.”