“Je hebt mij geholpen, nu help ik jou”
Ervaringsverhaal met Max en Nienke
Hij draait rond. Zijn ogen gesloten en zijn armen naar buiten gestrekt. Nienke ziet hem door het raam ronddraaien in zijn huiskamer. De man die veel boosheid in zich draagt. Die een muur heeft opgetrokken. Als ik binnenkom voelt hij zich zwaar betrapt, denkt ze. Ze loopt naar binnen en gaat naast hem staan. En draait met hem mee.
Nienke is 24 jaar, vers van de opleiding als ze Max gaat begeleiden. Max staat bekend als een grote man in de criminaliteit en drugswereld. Niet veel hulpverleners staan erom te springen hem te begeleiden. Maar hij is aangemeld voor het toenmalige opstapproject. Een opstapje uit deze wereld. Nienke springt er gewoon in en gaat naast hem staan.
Zo’n jonge vrouw moet mij begeleiden? Heeft ze er verstand van?, gaat er door Max heen. Beetje bij beetje wint ze zijn vertrouwen en vooral zijn respect. Zoals het moment dat ze door de Steenstraat lopen. Max wordt geroepen. Nienke ziet het al, het zijn mensen uit zijn vorige wereld. Ze loopt door. Max komt weer naast haar lopen. Nienke is duidelijk: “Jij moet die achterdeur dichtgooien.” Ze heeft door hoe het zit, denkt Max.
Ander systeem, andere gewoonten
De eerste drie maanden praat hij niet echt met haar. Hij wil wel, maar op zijn manier: afkicken, huis, baan en klaar. Verder niet over praten. Maar dat werkt niet. Nienke laat geduld zien tijdens haar begeleiding, maar ze is ook duidelijk. “Door haar manier van praten brengt ze mijn problemen naar voren. Ze is niet autoritair. Zij laat mij begaan hoe ik was. Ik kon alles zeggen wat ik wil.”
Max is al lang uit de samenleving. Hij leeft in een andere wereld. Zijn leven bestaat uit gevangenis, verslaving, overval, drugs. Jarenlang een ander systeem met andere normen en waarden. In deze scene is hij een grote man. “Iedereen huivert als Max de toenmalige drugsopvang binnenkomt”, zegt Nienke. “Jij was echt niet bang. Maar voor het normale leven, daar was jij wel bang voor”, vervolgt Nienke, nu ze weer naast hem zit op een behandellocatie van het Jeugd FACT in Nijmegen. “Je stotterde enorm. Als je iets moest regelen bij de bank.” Max lacht, “De bank..” “Max ging dan schreeuwen. Hij was zo bang dat mensen hem niet hoorden.” Bijvoorbeeld toen ze samen naar de bank gingen om een rekening te regelen. Max had niets, geen uitkering, geen zorgverzekering, geen sofinummer. Maar eerst begint Max alles meteen te scannen als hij binnen is. Waar zijn de camera’s, hoe laat is het. “Oud gedrag van voorbereidingen voor bankovervallen.” Zo reageert zijn lichaam vaker meteen, zoals toen een busje van geldtransport naast hen kwam rijden. “Het zweet gutste eruit. Dat triggerde zo.”
“Ik zit vol met haat. Ik ben tegen alles”
“Met alles reageer ik in die tijd met boosheid”, vertelt Max. “Ik zit vol haat. Ik ben tegen alles. Ik voel dat ik niet geaccepteerd word in de samenleving. Nienke: “Door jouw Molukse achtergrond en het feit hoe jouw ouders zijn behandeld door de Nederlandse staat. Jouw vader heeft voor Nederland in een Jappenkamp gezeten om uiteindelijk stateloos verklaard te worden in Nederland. Jij bent geboren in Kamp Vught. Mensen zijn in een oud concentratiekamp neergezet met niets.”
“Dat werkt door”, reageert Max. “Als ik in het nieuws hoor dat de uitkeringen van de weduwen niet geaccepteerd werden, dan word ik daar echt boos om. Nu kan ik dat dimmen. Ik kan mijn boosheid beheersen.”
Karate
Dat heeft Max moeten leren; zijn woede en agressie onder controle krijgen. Samen bedenken ze dat Max karate gaat doen. De eerste les blijkt al meteen een verrassing. Hij krijgt les van het voormalig hoofd Groep Bijzondere Opdrachten (GBO), de man die Max meerdere keren van zijn bed licht met een heel arrestatieteam. “Ik dacht dat hij me kwam arresteren. En hij had zoiets van: als je wil, dan ga ik je heel goed trainen.”
Nienke: “Max is zo’n mooi voorbeeld van dat hij de dingen aangrijpt die je aangereikt krijgt. Max heeft er mede voor gezorgd dat ik in de verslavingszorg ben blijven hangen. Ik ken eigenlijk niemand anders die elke dag zo bewust dankbaar is. Voor.. alles eigenlijk. En dat zit ‘m in hele kleine dingen. Je bent altijd vrolijk. Heel spontaan. Dat is zo’n bizar verschil met toen. Je bent heel leergierig. Op een gegeven moment ging er iets om. Als jij je kwetsbaar opstelt, dan word je sterker. Als je al aangeeft dat je niet kan zwemmen en dat je dat heel klote vindt, dan heeft niemand iets om jou daarmee te klieren.”
“Vroeger was ik bang om dat te zeggen. In een ander leven is kwetsbaarheid niet goed, je wordt misbruikt. Je wordt bang”, vertelt Max. “En toen begon ik te zien dat als je je op een andere manier opstelt, er deuren opengaan.”
Daar gingen heel wat drempels aan vooraf. Zo was hij bang dat hij in deze nieuwe wereld niet geaccepteerd zou worden. Hij voelde zijn stempel. Nu is Max niet meer bang voor die stempel. “Ik laat zien wat de stempel mij heeft gedaan. Ik ben er doorheen gegaan. Nienke gaf mij kracht met de woorden: ‘Doorgaan. Nooit opgeven en doorgaan. Je kan het.’” Uiteindelijk is het Max gelukt. Hij is zelfs Nederlands kampioen Karate geworden. Een van zijn doelen en hij heeft ze allemaal gehaald, vertelt hij. “Het kan. Maar je moet nooit opgeven.”
Een andere rollercoaster
Max sluit zijn behandeling succesvol af. Toevalligerwijs komt hij lange tijd daarna in contact met familie van Nienke. Dezelfde winkel en karateschool leiden tot steeds meer vriendschappelijk contact tussen Max en Nienke. Hij wordt een vriend van de familie.
In 2020 komt Nienke zelf in een rollercoaster terecht als er bij toeval longkanker bij haar wordt ontdekt. Ze krijgt chemo’s en bestralingen. “En toen had Max zoiets van: we moeten trainen. Je moet zorgen dat voordat je de chemo in gaat, je lichamelijk sterker bent dan nu, want straks wordt alles afgebroken. Toen zijn we meteen gaan trainen. Dat was super.” Gedurende de behandeling komt hij dagelijks langs. Ze trainen, ze boksen en doen Yoga als ze meer verzwakt is net na de chemo. “Ik heb jankend staan vechten.” Max: “Je hebt mij geholpen, nu help ik jou.”
Het is een heftige tijd voor Nienke. Haar prognose was heel slecht. “De kans dat de vooruitzichten beter werden was heel klein. Ik had helemaal niets met sporten. Maar ik had toen zoiets: het gaat me niet gebeuren dat ik hieraan doodga.” Ze zet alles op alles en gaat op allerlei vlakken aan de slag voor haar herstel. Ze heeft de angst om dood te gaan. Tijdens het boksen komen haar emoties los. De rollen zijn omgedraaid. “In het begin hield ik me nog in. Ik vond het lastig dat ik me zo kwetsbaar op moest stellen naar hem. Maar als je dan budo gaat doen, laat die sport je emoties vrij komen. Dan sta je op dat stootkussen te knallen, en dan komt het er gewoon uit.”
Kwetsbaarheid is kracht
Max: “Ik vind het geweldig dat ze haar kwetsbaarheid laat zien aan mij. Dat ze dat durft te laten zien aan mij. Maar kwetsbaarheid dat is de kracht.”
Zo gaat ze door het loodzware chemotraject. “Je wilt niet weten hoe je je dan voelt. Hoe onvoorstelbaar misselijk je dan bent. Hoe onvoorstelbaar moe je dan bent. En de angst die er dan zit: gaat dit überhaupt wat doen? Maar jij hebt altijd wel gezegd: blijf positief. Nooit opgeven, niet ouwehoeren, doorgaan. Blijf vechten. Je kan het. Ik weet dat je het kan!”
Ze kijkt Max aan. Hij lacht: “Dat zei je vroeger ook tegen mij.”
Nienke traint nu ook mee met een groep bij IrisZorg. “Ik heb verteld dat ik daar niet ben als behandelaar. Ik heb geen verslavingsachtergrond, maar ik train wel vanuit herstel. Mijn hele lichaam was afgebroken en ik heb dat ook moeten opbouwen. Net als heel veel deelnemers. Dan zie je ook hoe je dat best weer kunt opbouwen en ook je zekerheid terugkrijgt.”
Nienke geneest volledig, net als Max volledig is hersteld. Inmiddels geeft Max de BUDO training voor IrisZorg. ´Als mijn vrienden van vroeger me zien, dan zullen ze zeggen, hè hoe bestaat het. Hij is anders geworden. Dat kan niet. Maar het kan wél. Als je moe bent, neem rust. Maar doorgaan, niet opgeven. Afmaken wat je doet. Zo word je mentaal sterk. Vroeger had ik een verslaving. Ik zat 13 jaar in de gevangenis. En nu ben ik hier. Doe maar na!”

Hij draait rond. Zijn ogen gesloten en zijn armen naar buiten gestrekt. Nienke ziet hem door het raam ronddraaien in zijn huiskamer. De man die veel boosheid in zich draagt. Die een muur heeft opgetrokken. Als ik binnenkom voelt hij zich zwaar betrapt, denkt ze. Ze loopt naar binnen en gaat naast hem staan. En draait met hem mee.
Nienke is 24 jaar, vers van de opleiding als ze Max gaat begeleiden. Max staat bekend als een grote man in de criminaliteit en drugswereld. Niet veel hulpverleners staan erom te springen hem te begeleiden. Maar hij is aangemeld voor het toenmalige opstapproject. Een opstapje uit deze wereld. Nienke springt er gewoon in en gaat naast hem staan.
Zo’n jonge vrouw moet mij begeleiden? Heeft ze er verstand van?, gaat er door Max heen. Beetje bij beetje wint ze zijn vertrouwen en vooral zijn respect. Zoals het moment dat ze door de Steenstraat lopen. Max wordt geroepen. Nienke ziet het al, het zijn mensen uit zijn vorige wereld. Ze loopt door. Max komt weer naast haar lopen. Nienke is duidelijk: “Jij moet die achterdeur dichtgooien.” Ze heeft door hoe het zit, denkt Max.
Ander systeem, andere gewoonten
De eerste drie maanden praat hij niet echt met haar. Hij wil wel, maar op zijn manier: afkicken, huis, baan en klaar. Verder niet over praten. Maar dat werkt niet. Nienke laat geduld zien tijdens haar begeleiding, maar ze is ook duidelijk. “Door haar manier van praten brengt ze mijn problemen naar voren. Ze is niet autoritair. Zij laat mij begaan hoe ik was. Ik kon alles zeggen wat ik wil.”
Max is al lang uit de samenleving. Hij leeft in een andere wereld. Zijn leven bestaat uit gevangenis, verslaving, overval, drugs. Jarenlang een ander systeem met andere normen en waarden. In deze scene is hij een grote man. “Iedereen huivert als Max de toenmalige drugsopvang binnenkomt”, zegt Nienke. “Jij was echt niet bang. Maar voor het normale leven, daar was jij wel bang voor”, vervolgt Nienke, nu ze weer naast hem zit op een behandellocatie van het Jeugd FACT in Nijmegen. “Je stotterde enorm. Als je iets moest regelen bij de bank.” Max lacht, “De bank..” “Max ging dan schreeuwen. Hij was zo bang dat mensen hem niet hoorden.” Bijvoorbeeld toen ze samen naar de bank gingen om een rekening te regelen. Max had niets, geen uitkering, geen zorgverzekering, geen sofinummer. Maar eerst begint Max alles meteen te scannen als hij binnen is. Waar zijn de camera’s, hoe laat is het. “Oud gedrag van voorbereidingen voor bankovervallen.” Zo reageert zijn lichaam vaker meteen, zoals toen een busje van geldtransport naast hen kwam rijden. “Het zweet gutste eruit. Dat triggerde zo.”
“Ik zit vol met haat. Ik ben tegen alles”
“Met alles reageer ik in die tijd met boosheid”, vertelt Max. “Ik zit vol haat. Ik ben tegen alles. Ik voel dat ik niet geaccepteerd word in de samenleving. Nienke: “Door jouw Molukse achtergrond en het feit hoe jouw ouders zijn behandeld door de Nederlandse staat. Jouw vader heeft voor Nederland in een Jappenkamp gezeten om uiteindelijk stateloos verklaard te worden in Nederland. Jij bent geboren in Kamp Vught. Mensen zijn in een oud concentratiekamp neergezet met niets.”
“Dat werkt door”, reageert Max. “Als ik in het nieuws hoor dat de uitkeringen van de weduwen niet geaccepteerd werden, dan word ik daar echt boos om. Nu kan ik dat dimmen. Ik kan mijn boosheid beheersen.”
Karate
Dat heeft Max moeten leren; zijn woede en agressie onder controle krijgen. Samen bedenken ze dat Max karate gaat doen. De eerste les blijkt al meteen een verrassing. Hij krijgt les van het voormalig hoofd Groep Bijzondere Opdrachten (GBO), de man die Max meerdere keren van zijn bed licht met een heel arrestatieteam. “Ik dacht dat hij me kwam arresteren. En hij had zoiets van: als je wil, dan ga ik je heel goed trainen.”
Nienke: “Max is zo’n mooi voorbeeld van dat hij de dingen aangrijpt die je aangereikt krijgt. Max heeft er mede voor gezorgd dat ik in de verslavingszorg ben blijven hangen. Ik ken eigenlijk niemand anders die elke dag zo bewust dankbaar is. Voor.. alles eigenlijk. En dat zit ‘m in hele kleine dingen. Je bent altijd vrolijk. Heel spontaan. Dat is zo’n bizar verschil met toen. Je bent heel leergierig. Op een gegeven moment ging er iets om. Als jij je kwetsbaar opstelt, dan word je sterker. Als je al aangeeft dat je niet kan zwemmen en dat je dat heel klote vindt, dan heeft niemand iets om jou daarmee te klieren.”
“Vroeger was ik bang om dat te zeggen. In een ander leven is kwetsbaarheid niet goed, je wordt misbruikt. Je wordt bang”, vertelt Max. “En toen begon ik te zien dat als je je op een andere manier opstelt, er deuren opengaan.”
Daar gingen heel wat drempels aan vooraf. Zo was hij bang dat hij in deze nieuwe wereld niet geaccepteerd zou worden. Hij voelde zijn stempel. Nu is Max niet meer bang voor die stempel. “Ik laat zien wat de stempel mij heeft gedaan. Ik ben er doorheen gegaan. Nienke gaf mij kracht met de woorden: ‘Doorgaan. Nooit opgeven en doorgaan. Je kan het.’” Uiteindelijk is het Max gelukt. Hij is zelfs Nederlands kampioen Karate geworden. Een van zijn doelen en hij heeft ze allemaal gehaald, vertelt hij. “Het kan. Maar je moet nooit opgeven.”
Een andere rollercoaster
Max sluit zijn behandeling succesvol af. Toevalligerwijs komt hij lange tijd daarna in contact met familie van Nienke. Dezelfde winkel en karateschool leiden tot steeds meer vriendschappelijk contact tussen Max en Nienke. Hij wordt een vriend van de familie.
In 2020 komt Nienke zelf in een rollercoaster terecht als er bij toeval longkanker bij haar wordt ontdekt. Ze krijgt chemo’s en bestralingen. “En toen had Max zoiets van: we moeten trainen. Je moet zorgen dat voordat je de chemo in gaat, je lichamelijk sterker bent dan nu, want straks wordt alles afgebroken. Toen zijn we meteen gaan trainen. Dat was super.” Gedurende de behandeling komt hij dagelijks langs. Ze trainen, ze boksen en doen Yoga als ze meer verzwakt is net na de chemo. “Ik heb jankend staan vechten.” Max: “Je hebt mij geholpen, nu help ik jou.”
Het is een heftige tijd voor Nienke. Haar prognose was heel slecht. “De kans dat de vooruitzichten beter werden was heel klein. Ik had helemaal niets met sporten. Maar ik had toen zoiets: het gaat me niet gebeuren dat ik hieraan doodga.” Ze zet alles op alles en gaat op allerlei vlakken aan de slag voor haar herstel. Ze heeft de angst om dood te gaan. Tijdens het boksen komen haar emoties los. De rollen zijn omgedraaid. “In het begin hield ik me nog in. Ik vond het lastig dat ik me zo kwetsbaar op moest stellen naar hem. Maar als je dan budo gaat doen, laat die sport je emoties vrij komen. Dan sta je op dat stootkussen te knallen, en dan komt het er gewoon uit.”
Kwetsbaarheid is kracht
Max: “Ik vind het geweldig dat ze haar kwetsbaarheid laat zien aan mij. Dat ze dat durft te laten zien aan mij. Maar kwetsbaarheid dat is de kracht.”
Zo gaat ze door het loodzware chemotraject. “Je wilt niet weten hoe je je dan voelt. Hoe onvoorstelbaar misselijk je dan bent. Hoe onvoorstelbaar moe je dan bent. En de angst die er dan zit: gaat dit überhaupt wat doen? Maar jij hebt altijd wel gezegd: blijf positief. Nooit opgeven, niet ouwehoeren, doorgaan. Blijf vechten. Je kan het. Ik weet dat je het kan!”
Ze kijkt Max aan. Hij lacht: “Dat zei je vroeger ook tegen mij.”
Nienke traint nu ook mee met een groep bij IrisZorg. “Ik heb verteld dat ik daar niet ben als behandelaar. Ik heb geen verslavingsachtergrond, maar ik train wel vanuit herstel. Mijn hele lichaam was afgebroken en ik heb dat ook moeten opbouwen. Net als heel veel deelnemers. Dan zie je ook hoe je dat best weer kunt opbouwen en ook je zekerheid terugkrijgt.”
Nienke geneest volledig, net als Max volledig is hersteld. Inmiddels geeft Max de BUDO training voor IrisZorg. ´Als mijn vrienden van vroeger me zien, dan zullen ze zeggen, hè hoe bestaat het. Hij is anders geworden. Dat kan niet. Maar het kan wél. Als je moe bent, neem rust. Maar doorgaan, niet opgeven. Afmaken wat je doet. Zo word je mentaal sterk. Vroeger had ik een verslaving. Ik zat 13 jaar in de gevangenis. En nu ben ik hier. Doe maar na!”