De weg die ziekte bracht
"Ik ben me uiteindelijk meer gaan terugtrekken, terwijl ik een vrij stabiel persoon ben"
Ludger (55) is in Friesland geboren en groeit op in Almelo. Hij komt uit een groot gezin met zes kinderen waar hij de jongste van het gezin is. Een van zijn broers is twaalf jaar geleden overleden aan een bloedziekte die ze bijna allemaal in het gezin hebben. Het is een ziekte waarbij het bloed snel gaat stollen en dat kan fataal zijn. Ludger heeft zelf ook fysieke complicaties opgelopen door de ziekte. Bij hem blijft het vooralsnog bij complicaties, maar het kan dus erger aflopen zoals bij zijn broer.
Na de havo studeert Ludger Milieukunde in Deventer. Vanaf dat moment blijft hij in Deventer wonen. Hij krijgt een baan bij de gemeente Renkum op de afdeling Milieu en Groen in Oosterbeek. Als verantwoordelijke voor het natuurbeheer doet Ludger de planning van het beheer van een groot gebied aan de rand van de Veluwe en zorgt dat verschillende natuurorganisaties en de gemeente goed samenwerken. Hij maakt beleid van milieu en groen waarin het beheer goed op elkaar moet worden afgestemd. “Het is een interessante en leuke baan met leuke collega’s”, zegt Ludger.
Ziekte
Na een jaar of vijf wordt hij ziek. Ludger krijgt zowel lichamelijke klachten als mentale belemmeringen. Hij moet zich uiteindelijk ziekmelden, omdat hij niet meer in staat is om te werken. Hij wordt meer op zichzelf teruggeworpen. Zijn relatie eindigt en dat valt hem zwaar. Jaren is hij met haar samen geweest. Ze ontmoeten elkaar in hun studententijd aan dezelfde universiteit.
Na twee jaar ziekte krijgt hij een WIA-uitkering van het UWV. Dat is nu zo’n 17 jaar geleden. In die tijd verhuist hij naar een andere woning. Ludger heeft nooit financiële problemen en woont in een ruime woning in het ‘rode dorp’. Hij geniet van de volksbuurt. Vlak na zijn verhuizing moet zijn been worden afgezet, een flinke schok. Hij revalideert, schoolt zich om richting ICT. Ludger wil weer meedoen met de maatschappij. Ondanks de impact van de operatie komt Ludger hier goed doorheen. Hij beseft nog niet wat deze gebeurtenis doet met zijn verdere toekomst. Ludger begint te werken als netwerkbeheerder en internetbeheerder van een hogeschool in Deventer. Later werkt hij ook nog voor een ander bedrijf waarvoor hij websites maakt.
Slechter onderhoud
Zijn gezondheid gaat achteruit, maar hij kan er toch goed mee leven. Hij heeft het geaccepteerd. “Het is wel lastig dat ik zo moeilijk ergens kan komen. Ik ben me uiteindelijk meer gaan terugtrekken, terwijl ik een vrij stabiel persoon ben. Ik begon mijn huis ook slechter te onderhouden.”
Het gaat steeds verder achteruit met zijn huis. Hij kan het steeds minder goed opbrengen. “Ik ontving brieven van de woningstichting. Ik heb geprobeerd er wat aan te doen, maar ze vonden het niet genoeg. En toen ben ik er uiteindelijk uitgezet.”
Ludger vindt het zelf wel meevallen met zijn huis en ook de reacties van anderen zijn wisselend. “Sommige vonden het wel erg, anderen vonden het allemaal wel wat overdreven.” Er komt een interview in een krant met Ludger. Daar komen veel reacties op die behoorlijk uiteenlopen. “Ik werkte daaraan mee omdat ik het belangrijk vond dat anderen meedenken over mijn situatie. Het verhaal was oké, maar met de kop: “Dit huis in Deventer is zó vies dat de bewoner op straat wordt gezet: ‘Alle kans gehad’”, ben ik niet blij.”
Inmiddels is het een half jaar geleden dat Ludger uit huis is gezet. Hij mag nu officieel drie jaar niet huren. Ludger heeft een advocaat ingezet die het voor elkaar heeft gekregen dat hij wel weer mag huren, als hij zijn verhaal doet. Ludger is nog niet uitgenodigd omdat hij nog niet aan de beurt is. “Het is afwachten. De woningstichting zegt dat ik wel mag huren, alleen niet bij hen.” Hij snapt daar niet zo veel van. Wat hij wel weet is dat er geen blokkade meer op zijn naam staat.
Geen privacy
Op straat gezet komt hij in de 24-uursopvang. Dat ervaart hij als een dramatische ervaring. Hij heeft er veel moeite mee. “Het ergste vind ik dat ik geen ruimte meer had en geen privacy. Ik kon geen eigen spullen meebrengen, enkel wat in een kluisje past. Je eigen tijd kun je daar niet altijd zo invullen als je zelf wil. Ik kon daar moeilijk creatieve dingen doen of muziek maken, terwijl ik erg gesteld ben op mijn vrijheid en autonomie. Het zou voor mij heel veel verschil hebben gemaakt als ik wel een kamer had gehad waar ik me even kon terugtrekken. Als je meer privacy hebt en meer zelfregie, dan kan je ook sneller stabiliteit vinden en weer uitstromen.”
Daarnaast komt Ludger er in aanraking met veel mensen die ook andere problematiek hebben, waar hij moeilijk mee om kan gaan. “Ik werd niet naar behandeld, maar ik heb nooit te maken gehad met mensen met problemen in drank- en drugsgebruik en criminaliteit etc.”
Wat hij wel positief vindt in de maanden op de 24-uursopvang is de dagbesteding. Hij merkt al heel snel dat het prettig is om even met wat anders bezig te zijn. ”Het doet me goed om bezig te zijn met iets wat ik leuk vind en om in contact te komen met andere mensen.” Nog steeds gaat hij twee dagen per week naar dagbesteding via de 24-uursopvang.
Na een kleine drie maanden bij de 24-uursopvang (voor zijn gevoel duurt het langer) stroomt hij door naar de crisisopvang. Dan ontstaat er ruimte en kan hij het mentaal ook weer aan om stappen te zetten. Hij kan relatief snel doorstromen omdat hij begeleiding krijgt van het Meldpunt Bijzondere Zorg Team Deventer (BZT).
Toekomst
Ludger doet er alles aan om vooruit te komen. Hij staat open voor hulp en ziet de toekomst positiever. “De woningstichting moet natuurlijk wel meewerken. Het kan daarom zo zijn dat ik hier nog een tijdje zit. Maar ik heb meer vertrouwen gekregen. Mijn leven is veranderd. Ik zorg er in ieder geval voor dat de boel netjes blijft en ik wil meer ondernemen, meer creatieve dingen. De ondersteuning die ik heb gekregen is goed geweest, maar je moet het wel zelf doen. Het gaat niet vanzelf. Aan betaald werk kom ik waarschijnlijk niet meer, gezien mijn leeftijd en problematiek. Mijn leven invulling geven, dat lukt wél.”

Ludger (55) is in Friesland geboren en groeit op in Almelo. Hij komt uit een groot gezin met zes kinderen waar hij de jongste van het gezin is. Een van zijn broers is twaalf jaar geleden overleden aan een bloedziekte die ze bijna allemaal in het gezin hebben. Het is een ziekte waarbij het bloed snel gaat stollen en dat kan fataal zijn. Ludger heeft zelf ook fysieke complicaties opgelopen door de ziekte. Bij hem blijft het vooralsnog bij complicaties, maar het kan dus erger aflopen zoals bij zijn broer.
Na de havo studeert Ludger Milieukunde in Deventer. Vanaf dat moment blijft hij in Deventer wonen. Hij krijgt een baan bij de gemeente Renkum op de afdeling Milieu en Groen in Oosterbeek. Als verantwoordelijke voor het natuurbeheer doet Ludger de planning van het beheer van een groot gebied aan de rand van de Veluwe en zorgt dat verschillende natuurorganisaties en de gemeente goed samenwerken. Hij maakt beleid van milieu en groen waarin het beheer goed op elkaar moet worden afgestemd. “Het is een interessante en leuke baan met leuke collega’s”, zegt Ludger.
Ziekte
Na een jaar of vijf wordt hij ziek. Ludger krijgt zowel lichamelijke klachten als mentale belemmeringen. Hij moet zich uiteindelijk ziekmelden, omdat hij niet meer in staat is om te werken. Hij wordt meer op zichzelf teruggeworpen. Zijn relatie eindigt en dat valt hem zwaar. Jaren is hij met haar samen geweest. Ze ontmoeten elkaar in hun studententijd aan dezelfde universiteit.
Na twee jaar ziekte krijgt hij een WIA-uitkering van het UWV. Dat is nu zo’n 17 jaar geleden. In die tijd verhuist hij naar een andere woning. Ludger heeft nooit financiële problemen en woont in een ruime woning in het ‘rode dorp’. Hij geniet van de volksbuurt. Vlak na zijn verhuizing moet zijn been worden afgezet, een flinke schok. Hij revalideert, schoolt zich om richting ICT. Ludger wil weer meedoen met de maatschappij. Ondanks de impact van de operatie komt Ludger hier goed doorheen. Hij beseft nog niet wat deze gebeurtenis doet met zijn verdere toekomst. Ludger begint te werken als netwerkbeheerder en internetbeheerder van een hogeschool in Deventer. Later werkt hij ook nog voor een ander bedrijf waarvoor hij websites maakt.
Slechter onderhoud
Zijn gezondheid gaat achteruit, maar hij kan er toch goed mee leven. Hij heeft het geaccepteerd. “Het is wel lastig dat ik zo moeilijk ergens kan komen. Ik ben me uiteindelijk meer gaan terugtrekken, terwijl ik een vrij stabiel persoon ben. Ik begon mijn huis ook slechter te onderhouden.”
Het gaat steeds verder achteruit met zijn huis. Hij kan het steeds minder goed opbrengen. “Ik ontving brieven van de woningstichting. Ik heb geprobeerd er wat aan te doen, maar ze vonden het niet genoeg. En toen ben ik er uiteindelijk uitgezet.”
Ludger vindt het zelf wel meevallen met zijn huis en ook de reacties van anderen zijn wisselend. “Sommige vonden het wel erg, anderen vonden het allemaal wel wat overdreven.” Er komt een interview in een krant met Ludger. Daar komen veel reacties op die behoorlijk uiteenlopen. “Ik werkte daaraan mee omdat ik het belangrijk vond dat anderen meedenken over mijn situatie. Het verhaal was oké, maar met de kop: “Dit huis in Deventer is zó vies dat de bewoner op straat wordt gezet: ‘Alle kans gehad’”, ben ik niet blij.”
Inmiddels is het een half jaar geleden dat Ludger uit huis is gezet. Hij mag nu officieel drie jaar niet huren. Ludger heeft een advocaat ingezet die het voor elkaar heeft gekregen dat hij wel weer mag huren, als hij zijn verhaal doet. Ludger is nog niet uitgenodigd omdat hij nog niet aan de beurt is. “Het is afwachten. De woningstichting zegt dat ik wel mag huren, alleen niet bij hen.” Hij snapt daar niet zo veel van. Wat hij wel weet is dat er geen blokkade meer op zijn naam staat.
Geen privacy
Op straat gezet komt hij in de 24-uursopvang. Dat ervaart hij als een dramatische ervaring. Hij heeft er veel moeite mee. “Het ergste vind ik dat ik geen ruimte meer had en geen privacy. Ik kon geen eigen spullen meebrengen, enkel wat in een kluisje past. Je eigen tijd kun je daar niet altijd zo invullen als je zelf wil. Ik kon daar moeilijk creatieve dingen doen of muziek maken, terwijl ik erg gesteld ben op mijn vrijheid en autonomie. Het zou voor mij heel veel verschil hebben gemaakt als ik wel een kamer had gehad waar ik me even kon terugtrekken. Als je meer privacy hebt en meer zelfregie, dan kan je ook sneller stabiliteit vinden en weer uitstromen.”
Daarnaast komt Ludger er in aanraking met veel mensen die ook andere problematiek hebben, waar hij moeilijk mee om kan gaan. “Ik werd niet naar behandeld, maar ik heb nooit te maken gehad met mensen met problemen in drank- en drugsgebruik en criminaliteit etc.”
Wat hij wel positief vindt in de maanden op de 24-uursopvang is de dagbesteding. Hij merkt al heel snel dat het prettig is om even met wat anders bezig te zijn. ”Het doet me goed om bezig te zijn met iets wat ik leuk vind en om in contact te komen met andere mensen.” Nog steeds gaat hij twee dagen per week naar dagbesteding via de 24-uursopvang.
Na een kleine drie maanden bij de 24-uursopvang (voor zijn gevoel duurt het langer) stroomt hij door naar de crisisopvang. Dan ontstaat er ruimte en kan hij het mentaal ook weer aan om stappen te zetten. Hij kan relatief snel doorstromen omdat hij begeleiding krijgt van het Meldpunt Bijzondere Zorg Team Deventer (BZT).
Toekomst
Ludger doet er alles aan om vooruit te komen. Hij staat open voor hulp en ziet de toekomst positiever. “De woningstichting moet natuurlijk wel meewerken. Het kan daarom zo zijn dat ik hier nog een tijdje zit. Maar ik heb meer vertrouwen gekregen. Mijn leven is veranderd. Ik zorg er in ieder geval voor dat de boel netjes blijft en ik wil meer ondernemen, meer creatieve dingen. De ondersteuning die ik heb gekregen is goed geweest, maar je moet het wel zelf doen. Het gaat niet vanzelf. Aan betaald werk kom ik waarschijnlijk niet meer, gezien mijn leeftijd en problematiek. Mijn leven invulling geven, dat lukt wél.”